In de nacht van 11 op 12 oktober 1492 trotseerden Christoffel Columbus en zijn bemanning een hevige storm in de Atlantische Oceaan. De schepen, de Santa Maria, de Pinta en de Niña, werden heen en weer geslingerd door de golven, en de angst verspreidde zich onder de zeelieden. Maar de moed van Columbus leidde hen door de storm heen.
Bij zonsopgang doorbrak een kreet van "Tierra!" de stilte. Een jonge matroos had land in zicht. Columbus, ongelovig, gaf opdracht om richting het eiland te varen dat hij San Salvador noemde. Toen de Santa Maria de zand raakte, barstte de bemanning in vreugde uit. Columbus plantte het kruis en claimde het nieuwe territorium voor Spanje.
Bij het ontmoeten van de inheemse bevolking was Columbus onder de indruk van hun gastvrijheid. Terwijl hij de toekomstige gevolgen negeerde, verkende hij het land met enthousiasme, overtuigd dat hij dicht bij Azië was. Zijn inspanningen zouden een nieuw tijdperk van verkenning en verandering openen, en het begin markeren van een contact dat de wereld zou veranderen.